Deze auto's hebben geschiedenis geschreven als de meest compacte seriewagens ter wereld, en dit record is nog steeds niet verbroken.
In de jaren 1960 verschenen er twee ongewone auto's op de wegen - de Peel P50 en de Peel Trident. Ondanks hun kleine omvang hebben ze geschiedenis geschreven als de meest compacte seriewagens ter wereld, en dit record is nog steeds niet verbroken.
Rode Peel Trident en blauwe Peel P50
Beide modellen waren uitgerust met drie wielen van slechts 13 cm in diameter, één deur en een cabine waarin de bestuurder (de enige passagier) met moeite paste. Maar onder de stoel was er ruimte voor kleine bagage - bijvoorbeeld een reistas.
De motor van de Peel P50 was die van een motorfiets: tweetakt, 49 cc, wat het mogelijk maakte om op te trekken tot 61 km/u (hoewel de officieel aangegeven snelheid 45 km/u was). In eerste instantie was er slechts één koplamp, wat de auto enigszins op een brommobiel liet lijken.
Door zijn afmetingen (lengte van de P50 slechts 1,37 m, gewicht - 59 kg) kon de auto letterlijk als een koffer worden meegenomen. Eigenaren pochten dat ze makkelijk files konden vermijden en zelfs op de smalste plaatsen konden parkeren.
Het was geen verrassing dat de Peel P50 en Trident al snel "speeltjes voor volwassenen" werden genoemd. Maar in 2007 bewees Jeremy Clarkson van Top Gear dat je er echt mee kon rijden.
Met zijn lengte van 198 cm wist hij zich in de cabine te wurmen en door heel Londen te rijden, tot groot enthousiasme van de toeschouwers.
Het model Peel Trident (1964) was een verdere ontwikkeling van het P50-idee. Het werd "vliegende schotel" genoemd vanwege het koepelvormige ontwerp, maar het bereikte natuurlijk niet het niveau van een echt UFO.
Beide kleine auto's kostten rond de £199 (ongeveer £4000 in hedendaagse waarde) en konden een snelheid bereiken van 61 km/u. Vandaag worden ze beschouwd als voorlopers van de stedelijke micro-elektrische auto - wie weet, misschien worden dergelijke modellen in de toekomst weer relevant.