De elektrische auto-industrie beleeft een belangrijke mijlpaal: de prijzen voor lithiumbatterijen zijn zo snel gedaald dat zelfs de meest optimistische analisten het niet hadden voorspeld.
De prijzen voor batterijen voor elektrische voertuigen hebben een historisch dieptepunt bereikt, wat een nieuw tijdperk van steeds betaalbaardere mobiliteit inaugureert. China, lithium en overproductie — dit zijn de sleutelfactoren van dit kantelpunt in de industrie, dat de kostenverlaging van batterijen versnelt.
De elektrische auto-industrie beleeft een belangrijke mijlpaal: de prijzen voor lithiumbatterijen zijn zo snel gedaald dat zelfs de meest optimistische analisten het niet hadden voorspeld. De kostenverlaging was zo drastisch dat er al aanbiedingen zijn van minder dan 50 dollar per kWh — een psychologische drempel waarvan de overschrijding, volgens experts, de weg vrij maakt voor grootschalige adoptie van elektrische voertuigen.
In september vorig jaar was de gemiddelde prijs van autobatterijen 66,5 dollar per kWh, wat betekent dat de daling in een jaar bijna 20% bedroeg. Het is niet langer een geleidelijke kostendaling, maar een vrije val die de industrie heeft verrast.
LFP-batterijen (lithium-ijzerfosfaat), die steeds gebruikelijker worden, hebben al de grens van 60 dollar/kWh overschreden en in sommige gevallen bedragen de prijzen 45 dollar. En het gaat niet om theoretische berekeningen, maar om echte marktprijzen, wat de interesse in zowel mobiliteit als stationaire energieopslagsystemen aanwakkert.
Wat veroorzaakte deze plotselinge daling? De belangrijkste aanzet was de ineenstorting van de prijzen van lithiumcarbonaat — een essentiële grondstof die nu net zoveel kost als vier jaar geleden, voor de "boom" van elektrische voertuigen begon. Een sprekend voorbeeld is China: staatssteun stimuleerde een snelle productiegroei, wat leidde tot overproductie en een overschot aan aanbod. In omstandigheden van marktoververzadiging werden fabrikanten gedwongen hun prijzen te verlagen om concurrerend te blijven.
Deze nieuwe situatie heeft al een reële impact op populaire elektrische voertuigen. Bijvoorbeeld, een LFP-type batterij van 60 kWh kost tegenwoordig ongeveer 3600 dollar. Gezien het feit dat de batterij het duurste onderdeel van een elektrische auto is, zou zo'n kostenverlaging een keerpunt kunnen zijn en de prijs van elektrische voertuigen verlagen onder die van interne verbrandingsmodellen.
Ondanks de prijsdaling blijft de vraag echter groeien. Bedrijven over de hele wereld strijden actief voor toegang tot nieuwe lithiumbronnen. Zo is Chili van plan om de productievolumes te verdubbelen in het komende decennium, en de mijnbouwgigant Rio Tinto heeft onlangs 6,7 miljard dollar uitgegeven aan de overname van Arcadium Lithium — alles wijst erop dat "wit goud" een strategische hulpbron blijft.
Tegelijkertijd voert de Europese Unie nieuwe belastingen in om haar industrie te beschermen tegen een toestroom van Chinese modellen. Onder de maatregelen bevindt zich een extra belasting van 9% op een aantal voertuigen en tarieven van 17% tot 36,3%, afhankelijk van de producent. Dit toont duidelijk aan dat de elektrische auto al deel uitmaakt van het geopolitieke spel.
Niemand kan echter garanderen dat lage prijzen lang zullen aanhouden. De markt blijft volatiel, en de strijd om strategische stoffen kan leiden tot een nieuwe stijging van de prijzen voor fabrikanten die zich niet hebben verzekerd met langetermijncontracten.
Conclusie: we staan aan de vooravond van een ommekeer, waarbij de sleutelcomponent van een elektrisch voertuig — de batterij — aanzienlijke kostenverlagingen ondergaat, naast technologische vooruitgang: met een steeds hogere energiedichtheid en betere weerstand tegen snel opladen.