Er wordt gedacht dat de auto-industrie in het land in een diepe crisis verkeert.
In the UK is één van de oudste autofabrieken gesloten. Afgelopen vrijdag rolde de laatste Vauxhall Vivaro van de productielijn in de fabriek in Luton.
Moederbedrijf Stellantis had al aangekondigd dat de locatie zou worden gesloten en niets stond dit meer in de weg. De productie van elektrische bestelwagens en bedrijfswagens zal worden verplaatst naar een andere Britse fabriek in het graafschap Cheshire. Als gevolg van de sluiting van de Vauxhall-fabriek in Luton komen 1000 mensen hun baan in gevaar.
De geschiedenis van de fabriek in Luton begon in 1903, en in 1905 verhuisde het bedrijf Vauxhall naar deze locatie. De toekomst van de fabriek, eigendom van Stellantis, is onzeker: de gemeentelijke autoriteiten waren geïnteresseerd in het kopen van het land, maar de autofabrikant negeerde de aanbiedingen. De assemblage van de Vivaro-familie zal doorgaan op een andere locatie in Cheshire, waarbij de investeringen in het project de 50 miljoen pond zullen overschrijden.
Een vertegenwoordiger van Stellantis beloofde een "centrum voor commercieel transport in het Verenigd Koninkrijk" te vestigen in Ellesmere Port. Wat betreft de werknemers in Luton, hun lot is ongewis: de autofabrikant beperkte zich tot algemene uitspraken dat "werknemers onze prioriteit blijven" en "we zullen verantwoord handelen ten opzichte van onze collega's". Sceptici stellen dat de situatie van de Vauxhall-fabriek de algemene trends in de Britse auto-industrie weerspiegelt.
Het probleem is dat auto's produceren in het Verenigd Koninkrijk onrendabel wordt, en niet alleen Stellantis is overgegaan tot inkrimping. Zo heeft bijvoorbeeld BMW de investeringen van 600 miljoen pond in de MINI-fabriek in Oxford uitgesteld en besloten geen elektrische auto's meer in Engeland te produceren: een van de redenen die ze noemden was "het papierwerk na de Brexit".