Hoe u motorstoringen kunt opsporen met de oliedipstick.
De oliedipstick is niet alleen een instrument om het oliepeil te controleren. Het is een echte indicator van de gezondheid van de motor, die van tevoren kan waarschuwen voor mogelijke problemen. Veel bestuurders gebruiken het alleen om het smeerniveau te controleren, maar ervaren automechanica weten: de dipstick kan veel meer vertellen.
Om te testen moet u de motor starten en proberen de dipstick eruit te trekken of de vuldop los te draaien. Bij een goed functionerende motor gaat dit gemakkelijk - het carterventilatiesysteem creëert een lichte onderdruk die de dipstick op zijn plaats houdt. Als u echter een sterke weerstand voelt of er gassen vrijkomen tijdens het verwijderen, is dit een waarschuwingssignaal.
In de motor is er altijd een kleine hoeveelheid gas dat ontsnapt uit de verbrandingskamers naar het carter. Deze worden afgevoerd door het carterventilatiesysteem (PCV), dat ze naar de inlaat leidt voor verbranding. Het belangrijkste onderdeel van dit systeem is een klep met een flexibele membraan, die de druk reguleert. Na verloop van tijd raakt de membraan versleten, de klep blokkeert, en de olie begint te verbranden in de cilinders. Het resultaat: blauwe rook uit de uitlaat, olie in het luchtfilter en verhoogd smeerverbruik.
Goed nieuws: als de dipstick tijdens het draaien van de motor terug “aanzuigt”, dan is waarschijnlijk alleen de PCV-klep de schuldige. Vervanging ervan lost het probleem op zonder dure reparaties.
Slecht nieuws: als de dipstick naar buiten wordt geduwd, is het probleem ernstiger. Meestal wijst dit op:
Volgens de redactie van Auto30 is het controleren van de dipstick met draaiende motor een eenvoudige maar effectieve methode voor vroege diagnose. Als u afwijkingen opmerkt, controleer dan onmiddellijk de PCV-klep. Als het probleem dieper zit, wacht dan niet met een bezoek aan de garage.