We leggen uit waarom motoren in moderne auto's niet minder warm worden dan in oude auto's.
Vroeger, wanneer men sprak over oververhitting van de motor, bedoelde men meestal oude modellen van Ford of Dodge. Echter, de situatie is veranderd, en de associaties met dit probleem zijn ook anders geworden. Tegenwoordig hebben moderne auto's ook vaak te maken met oververhitting vanwege de bijzonderheden van hun constructie.
Ondanks de hoge bouwkwaliteit van moderne auto's verhogen de technische oplossingen die zijn gericht op het verminderen van brandstofverbruik, schadelijke uitstoot en productiekosten het risico op oververhitting.
Moderne motoren zijn compacter geworden, maar hun vermogen is toegenomen dankzij turbocompressie. Als gevolg daarvan bereikt de bedrijfstemperatuur nu 115 graden - voorheen lag deze rond de 90 graden. Dit betekent dat moderne auto's op de grens van kritische waarden werken en dat elke storing in het koelsysteem tot oververhitting kan leiden.
De temperatuur onder de motorkap stijgt niet alleen door de motor: er zijn veel elementen van het koelsysteem die invloed hebben - de aircoradiator, katalysator, intercooler en automatische transmissie. Radiatoren worden de laatste tijd gemaakt van licht maar zacht aluminium, wat snel beschadigd raakt en door insecten in één zomerseizoen kan verstoppen.
Een andere belangrijke factor is de vermindering van het volume koelvloeistof: bijvoorbeeld, in de klassieke Chevrolet Impala van 2014 zat ongeveer 8 liter, en in de Toyota RAV4 van 2024 slechts 4,5 liter bij dezelfde motorinhoud. Dit vermindert de efficiëntie van het koelsysteem en verhoogt het risico op oververhitting.
Zo lopen moderne motoren niet minder risico op oververhitting dan oude modellen, en de gevolgen daarvan kunnen de eigenaar zeer duur komen te staan.